
donderdag, mei 06, 2004
Na zijn studies filmregie en geluid werkte de Brusselaar Bruno Stevens (44) bijna twintig jaar als geluidstechnicus. Tot hij zes jaar geleden besloot een oude droom na te jagen: reizen en fotograferen. Hij zegde de muziekbusiness vaarwel, trok naar een aantal woelige plekken in Amerika, Europa, het Midden-Oosten en Afrika, en maakte er beklijvende, humane beelden in vaak penibele omstandigheden. Al heel snel erkenden grote Franse, Duitse, Amerikaanse en Britse bladen zoals Libération, Paris-Match, Stern, The New York Times, Newsweek en The Guardian de kracht van zijn beelden en publiceerden ze zijn reportages. Ook bij World Press Photo viel hij al driemaal in de prijzen. Vandaag krijgt Stevens ook in eigen land volop aandacht dankzij een boek over Bagdad, een tentoonstelling in Brussel en een opgemerkte affichecampagne op stadsbussen. Maar voor Bruno Stevens hoeft de aandacht niet zozeer op hemzelf gericht te zijn, maar op de mensen die hij fotografeert en de verhalen die hij vertelt. Deze maand in Focus een gesprek met hem.
(Wie het interview leest en Bruno Stevens wel eens heeft meegemaakt zal de wenkbrauwen fronsen bij diens opmerking dat hij niet op persoonlijke publiciteit en aandacht uit is. Als er iemand geniet van aandacht is hij het wel. Beproefde tactiek: te laat binnenkomen bij een bijeenkomst, opvallend veel tijd nemen om door het gangpad te lopen, zogenaamd op zoek naar een stoel, en uiteindelijk pontificaal vooraan gaan zitten, liefst met de benen op het podium. Works every time.)
(Wie het interview leest en Bruno Stevens wel eens heeft meegemaakt zal de wenkbrauwen fronsen bij diens opmerking dat hij niet op persoonlijke publiciteit en aandacht uit is. Als er iemand geniet van aandacht is hij het wel. Beproefde tactiek: te laat binnenkomen bij een bijeenkomst, opvallend veel tijd nemen om door het gangpad te lopen, zogenaamd op zoek naar een stoel, en uiteindelijk pontificaal vooraan gaan zitten, liefst met de benen op het podium. Works every time.)